Koos Kroon: Bier, bloed en bomen

Na 35 jaar hard werken in het slachthuis sta je ineens op straat. Dat is niet niks. We zitten in de woonkamer van Koos Kroon (55 jaar) in Neerbosch-Oost. De televisie staat aan. Aan de muur veel foto’s van familie. Bij het raam aan de voorkant staat een flinke biertap, zijn grote hobby. Alles zelf aangelegd. Vol trots gaat Koos erachter staan.

Geen gesneden koek
Terwijl de fotograaf nog zijn apparatuur opzet, vertelt Koos al volop: “Ik wilde toen meteen weer aan het werk, maakte niet uit wat. Ik wist alleen dat ik niet meer in het vlees wilde werken. Ik heb daar alles aan mijn lijf wel een keer open gehad. Dan lag mijn pink er weer bijna af, dan had een vakantiekracht per ongeluk met een mes mijn rug opengehaald. Zo´n jaap zat erin.” Koos laat met zijn duim en wijsvinger een flinke snee van meer dan 10 centimeter zien.

Te oud om te werken?
Koos was 51 toen hij werkeloos raakte. “Ik was te duur en de directeur haalde me onderuit. Voor mij werden jongere mensen in dienst genomen en uiteindelijk sloot het bedrijf de deuren.” Hij heeft van alles geprobeerd om weer aan het werk te komen. De hele telefoongids afgebeld. Zelfs hoveniers, terwijl Koos eigenlijk niet in het groen wilde werken. Maar het leverde niets op. Een dakdekker zei letterlijk tegen Koos dat hij te oud was. Uiteindelijk is Koos zelfs één dag weer in het vlees gaan werken. “Die man wilde me graag hebben zei hij. Maar een fatsoenlijk salaris kon er niet af. Nou, dat werkte dus niet.”

Niets doen werkt ook niet
4,5 jaar thuis zitten was moeilijk. Koos’ hele ritme was zoek. Hij steekt een sigaret op. “Ik deed niets. Zat alleen maar op de bank of ging vissen. En ik vrat me helemaal vol. Zakken chips, 4 gehaktballen achter elkaar, een grote doos met frikandellen in 3 weken tijd… uiteindelijk woog ik 140 kg.” Een waarschuwing van de huisarts volgde. “Hij vroeg of ik mijn broer achterna wilde. Die had suiker. Is eerst zijn ene been kwijtgeraakt en daarna het andere. En nu staat zijn as daar op die plank.” Hij wijst naar een hoek van de kamer.

Van rood naar groen
Toen de consulent van WerkBedrijf Koos voorstelde om bij de Dar aan de slag te gaan, was hij zeer afhoudend. “Ik háát groen. Kijk naar mijn tuin. Weinig groen te bekennen. Ik heb altijd gewerkt in het rood. Met bijna tot mijn oksels in het bloed.” Toch liet Koos zich overhalen het een kans te geven. “Ze zei dat ik altijd weer mocht stoppen.” Inmiddels is hij helemaal om. Op de tap liggen studieboeken: bomen- en plantenkennis, VCA. De gemeente betaalt de opleiding. Koos klinkt enthousiast: “Nu vind ik het nog leuk ook. Na 2 maanden wist ik dat de Dar goed voor mij was. Leuke collega’s. Altijd buiten. Ik loop veel. Weeg inmiddels nog maar 108 kg. En…,” Koos lacht, “ik ben nog steeds met messen in de weer… hekkenscharen, bosmaaien en snoeien. We houden alles goed bij. Ik zit echt op mijn plek.”

Koos Kroon: Bier, bloed en bomen