15 statushouders volgen nieuw leerwerktraject bij COA
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) biedt opvang aan asielzoekers die naar Nederland komen. Een belangrijke maatschappelijke taak. Daarnaast heeft het COA zich ook een extra taak gesteld: om als werkgever statushouders op te leiden. Ineke van Winden, projectleider bij COA: “We zien dat het voor statushouders met een verblijfsvergunning moeilijk is om echt een bestaan op te bouwen. Daar willen we ons steentje aan bijdragen. We hebben daarom een leerwerktraject ontwikkeld. Hierin leiden we in twee jaar 15 statushouders op tot woonbegeleider of huismeester. Dit diploma is dé stap naar betaald werk.”
Leren en werken
Het is een tweejarig leerwerktraject, vergelijkbaar met een BBL-opleiding. De deelnemers gaan 1 dag in de week naar school en leren 3 dagen per week de praktijk binnen een asielzoekerscentrum (azc). De helft van de deelnemers volgt de opleiding tot huismeester (mbo 2) en de andere helft die tot woonbegeleider (mbo 3). Ineke: “De deelnemers werken bij verschillende azc’s verspreid over het land. Binnen het traject is veel maatwerk mogelijk. Dat moet ook wel, gezien de diversiteit binnen de deelnemersgroep. We bieden bijvoorbeeld extra taalondersteuning of coaching. We leiden de deelnemers op voor een betaalde baan. Dat kan bij COA zijn, of daarbuiten. Als ze eind december hun diploma hebben, zijn ze in ieder geval klaar voor de arbeidsmarkt.”
Participeren en (zelf)groei
“De achtergrond van de deelnemers is een meerwaarde in dit werk. Ze begrijpen de bewoners, weten wat die hebben meegemaakt en waar ze tegenaan lopen. Ze kunnen echt een voorbeeldrol vervullen. Laten zien hoe belangrijk het is om te participeren in de maatschappij. Dat bewijzen de deelnemers door hun deelname aan dit leerwerktraject zelf nog eens extra. We zien wat het hun brengt. Hun zelfvertrouwen en eigenwaarde groeien. Hun taalvaardigheid gaat met sprongen vooruit. Ze leren hoe het is om in Nederland te werken en bouwen sociale contacten op. Het is zoveel meer dan werk alleen.”
Professionele afstand
“De motivatie binnen de groep is groot. En dat terwijl het echt niet makkelijk is. De meesten moeten werk, school en huiswerk combineren met jonge gezinnen. Ze moeten eraan wennen hoe wij hier werken en met elkaar omgaan. Vaak zijn ze een meer hiërarchische werkomgeving gewend en laten ze zich zelf niet zo snel zien. Ook moeten ze leren om professionele afstand te houden. Juist door hun betrokkenheid is dat niet altijd makkelijk. Wat betreft de theorie blijft de geschreven taal een uitdaging. Spreken oefenen ze de hele dag in de praktijk, schrijven veel minder. Als je dan nu ineens hele verslagen moet maken, valt dat niet mee.”
Samenwerking WerkBedrijf
“Via WerkBedrijf nemen drie mensen deel aan het traject. Het valt op dat Stella, de consulent van WerkBedrijf, de mensen die ze begeleidt goed kent. Daardoor kon ze de juiste deelnemers selecteren. Zij houdt ook gedurende het traject contact met de deelnemers, maar de begeleiding doen wij. Dat vraagt extra inzet van het team bij het azc waar de deelnemers terechtkomen. Om het te laten slagen op de werkvloer besteden we er veel aandacht aan. Niet alleen aan praktische begeleiding, maar juist ook aan alles om het werk heen. Hoe werkt het hier? Hoe gaat dat in een pauze of bij de lunch? Hoe ga je om met collega’s? Je moet goed inspelen op waar iemand behoefte aan heeft. Zorgen voor een vast aanspreekpunt. Maar ook de deelnemers aanmoedigen om zichzelf te laten zien en horen. Zodat we een veilige omgeving creëren, waarin mensen kunnen leren en groeien.”
Lees hier de ervaringen van Winta, een van de deelnemers aan het leerwerktraject.