‘Als woonbegeleider is mijn achtergrond van grote waarde’

De 37-jarige Winta kwam 11 jaar geleden vanuit Eritrea naar Nederland. Ze heeft dus zelf ervaren hoe het is om in een asielzoekerscentrum (azc) te verblijven. Ervaring die van grote waarde blijkt, nu ze een leerwerktraject volgt bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Daarin wordt ze opgeleid tot woonbegeleider. “Ik ben heel blij met deze kans. Hierdoor kan ik werken en dus zelfstandig zijn. Ook kan ik aan mijn Nederlands werken en ik ben onder de mensen. Tegelijk leer ik theorie, zodat ik me verder kan ontwikkelen. Zo werk ik aan mijn grote droom: om uiteindelijk aan het hbo te kunnen studeren.”

1 dag school, 3 dagen werken
Het COA biedt opvang aan asielzoekers die naar Nederland komen. Daarnaast heeft het COA zich een extra taak gesteld: als werkgever statushouders opleiden. Aan het tweejarige leerwerktraject, vergelijkbaar met een BBL-opleiding, nemen 15 mensen deel. De helft van de deelnemers wordt opgeleid tot huismeester (mbo 2). De andere helft, onder wie Winta, tot woonbegeleider (mbo 3). Winta: “Via WerkBedrijf kreeg ik de kans om mee te doen. 1 dag in de week hebben we school en 3 dagen per week werk ik bij het azc in Nijmegen. Ik begeleid daar de bewoners met dagelijkse, praktische zaken en zorg dat ze alle benodigde informatie krijgen. Ik bekijk hoe het met ze gaat, probeer ze te stimuleren en activeren en signaleer of iemand hulp nodig heeft. Ik heb in dezelfde situatie gezeten, dus ik begrijp goed wat er speelt. Ik vind het heel fijn om iets voor mensen te kunnen doen.”

Grens bewaken
“De opleiding gaat goed. Ondanks dat we nu, door corona, veel zelfstudie moeten doen, ben ik goed op weg. Zoals het nu gaat, haal ik in juni mijn diploma. Ik hoop dat ik de komende jaren bij het COA kan blijven werken. Maar als dat niet zo is, kan ik met dit diploma ook ergens anders aan de slag. Ik wil in ieder geval door met niveau 4. Ook op het werk gaat het goed. Natuurlijk is niet alles makkelijk. Ik vind het moeilijk als er incidenten zijn. En door mijn afkomst en achtergrond verwachten bewoners soms te veel van mij. Ze willen dat ik ze overal bij help en ze aan het handje meeneem. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, dat is niet mijn werk en ze moeten het juist zelf leren. Maar het is moeilijk om die grens te bewaken en nee te zeggen. Mijn collega’s en werkbegeleider helpen me daar bij.”

Geef ons de kans
“In mijn werk kan ik de bewoners laten zien hoe belangrijk het is om je te ontwikkelen. Mijn werk en studie zorgen ervoor dat mijn Nederlands beter wordt, dat ik nieuwe dingen leer, dat ik onder de mensen ben en zelfstandig kan zijn. Allemaal belangrijk, want hoe kun je anders echt integreren? Maar dan moeten er wel werkgevers zijn die mensen zoals ik een kans willen geven. Ik merk en hoor dat dit niet vanzelfsprekend is. Taalproblemen of verschillen in cultuur kunnen bijvoorbeeld afschrikken. Dat is jammer, want we zijn net als ieder ander. Mensen met dromen, die willen leren en zelfstandig willen zijn. Dus hoop ik dat werkgevers verder durven kijken en ons die kans op een toekomst in Nederland willen geven.”  

Lees hier het interview met Ineke van Winden, projectleider bij COA.

‘Als woonbegeleider is mijn achtergrond van grote waarde’